OVER ECOLOGISCH BERMBEHEER IN HET ALGEMEEN... | |||||
Bij het onderhoud van bermen en sloten wordt nog steeds weinig rekening gehouden met het feit dat ook wegkanten en waterlopen een stukje natuur vertegenwoordigen. In feite vormen beide een belangrijk deel van de ecologische hoofdstructuur (EHS), omdat ze een verbinding vormen tussen alle natuurgebieden in heel Nederland. Nu door de moderne landbouwmethoden het boerenland zo intensief bewerkt wordt, dat er voor veel planten en dieren geen plaats meer is, vormen bermen en waterkanten een laatste toevluchtsoord voor bedreigde soorten. Doordat al deze wegkanten en waterlopen in feite met elkaar verbonden zijn, zouden ze tevens een nieuwe natuurvriendelijke verbindingszone kunnen vormen, waarlangs dieren en planten zich kunnen verplaatsen over grotere afstand. | |||||
Deze pagina bevat een aantal artikelen met algemene informatie over dit onderwerp. |
|||||
Verder doen we per jaar verslag van onze inspanningen om via ons project ECOLOGISCH BERMBEHEER de toestand van weg- en waterkanten in het Drentsche Aa gebied te verbeteren. | |||||
18-02-2013 | Vlinderstichting en Nederlandse Bijenvereniging gaan met steun van de Postcodeloterij 'IDYLLES' aanleggen | ||||
Tijdens het Goed Geld Gala op woensdag 13 februari, maakte de Nationale Postcode Loterij bekend dat ze het project ‘Idylle’ van De Vlinderstichting zal steunen. Vlinders en bijen hebben het erg moeilijk, onder meer door een gebrek aan voedsel, nectar en stuifmeel. Daarvoor zijn bloemen nodig. Samen met de bijenhoudersvereniging (NBV) zal De Vlinderstichting de komende jaren zorgen voor meer kleur in het Nederlandse landschap. |
|||||
Met deze financiële steun zal De Vlinderstichting de komende drie jaar heel veel ‘Idylles’ gaan aanleggen; percelen in het buitengebied, variërend tussen een halve en twee hectare, ingezaaid met inheemse bloemenmengsels. Ook komen er Vlinderbanen; stroken met wilde planten waarlangs vlinders zich kunnen verplaatsen. Door vlinderbanen aan te leggen, bijvoorbeeld in bredere wegbermen en langs fietspaden ontstaan leefgebieden voor vlinders, maar ook voedselrijke plekken voor bijen. Bovendien zorgen de banen voor betere verbindingen tussen vlinderrijke plekken. | Zie ook de website van de Vlinderstichting |
||||
Verminderde vitaliteit van bijenvolken is slecht voor de voedselproductie en de biodiversiteit Al in 2009 sloeg de Nederlandse Bijenvereniging alarm over de verminderde vitaliteit van de bijenvolken en bood aan de regering een "Deltaplan vitale bijenhouderij in Nederland" aan. De honingbij is historisch gezien het oudste landbouwhuisdier in ons land en als bestuiver een zeer belangrijke schakel in de teelt van gewassen. Ze vervullen daarmee een essentiële rol in onze voedselketen en zijn dus maatschappelijk van groot belang. De jaarlijkse opbrengst van (voedsel)producten in de land- en tuinbouwsector (volle grond en glasteelt), direct gerelateerd aan honingbijen, bedraagt meer dan € 750 miljoen. Toch bestaat de Nederlandse bijenhouderij voor het merendeel uit hobbyimkers, van wie men echter bij de bestuiving van de gewassen wel een professionele inzet verwacht. Het aantal imkers neemt de laatste jaren sterk af, enerzijds als gevolg van een teruglopende belangstelling voor de bijenhouderij (de gemiddelde leeftijd van de imker bedraagt op dit moment 6o jaar), anderzijds door massale sterfte van volken in de winter. Behalve aan de bestuiving van voedselgewassen en fruitteelt, dragen honingbijen in hoge mate bij aan de biodiversiteit in de natuur. Ze staan garant voor ca. 80% van de bestuiving van wilde planten, waardoor er een gevarieerd zadenmenu is voor vogels en kleine zoogdieren. Het menu voor honingbijen, nectar en stuifmeel, neemt in ons land echter steeds verder af door monoculturen, verschraling van landschappelijke beplanting en toenemende verstedelijking. Vandaar dat de Nederlandse bijenvereniging in 2009 de noodklok luidde in de vorm van het Deltaplan ‘Duurzame en vitale bijenhouderij in Nederland' |
|||||
Voorgestelde maatregelen op korte termijn: in het kader van een vitaal platteland wil men akkerranden en braakliggende gronden inzaaien met (eenjarige) bloemenmengsels in samenwerking met agrariërs, provincies, waterschappen, particuliere natuurbeheerders en gemeenten. (Bijvoorbeeld op aangekochte terreinen ten behoeve van uitbreiding van industrieterreinen en toekomstige woongebieden). Dit zaaiprogramma wordt in het agrarisch gebied inmiddels door de overheid gesubsidiëerd. Het idee er achter is, dat het niet alleen mooi is, maar dat de bloeiende akkerranden ook insecten herbergen, die voor de landbouw schadelijke insecten (luizen b.v) onschadelijk maken, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen gebruikt hoeven te worden. |
Nieuwsbrief 2012 |
||||
Website
Samen- werkingsverband 'Bloeiend Bedrijf' |
|||||
Maatregelen op lange termijn: in alle nieuwe beplantingen van het openbaar groen aanzienlijk meer insectenplanten voor vlinders, hommels, solitaire bijen, sluipwespen en honingbijen toepassen. Aandacht vestigen bij gemeenten, provincies, rijk en waterschappen op het belang van bloeiende wegbermen. Door het beleid van verschraling, d.w.z. het maaien en afvoeren van het bermmaaisel ontstaan meer kansen voor bloemen en treedt minder vergrassing van de bermen op. In de Nederlandse bossen is de linde als boomsoort bijna verdwenen, terwijl dit een van de beste drachtplanten voor bijen is. Voorgesteld wordt om grote terreinbeheerders te stimuleren om op gronden die geschikt zijn voor linden deze soort aan te planten in plaats van beuk en eik. |
|||||
Bestrijdingsmiddelen als oorzaak van bijen- en insectensterfte Een belangrijke oorzaak van de sterfte onder bijenvolken is het gebruik van giftige bestrijdingsmiddelen als neonicotoiden. Dit zijn middelen, waarin zaden worden ondergedompeld, wrna het middel tijdens de groei wordt opgenomen in de plant en deze van binnen uit langdurig giftig maakt voor insecten. Dit nieuwe type landbouwgif wordt door experts aangewezen als een belangrijke veroorzaker van de hoge sterfte onder bijen. Na een rapport van de European Food Safety Authority (EFSA) heeft staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) zich half januari bereid verklaard om twee toepassingen van dit landbouwgif van de markt te halen. |
|||||
De Partij voor de dieren, die al sinds haar komst in de Tweede Kamer voor een verbod op deze bestrijdingsmiddeln pleit, vond dit niet voldoende en heeft samen met de SP een motie ingediend, die Staatssecretaris Sharon Dijksma ertoe verplicht om op Europees niveau een moratorium op alle toepassingen van neonicotinoïden te bepleiten en deze is aangenomen. | Zie de website "Duurzaam Nieuws" | ||||
Conclusie: Akkerranden en Idylles zijn mooie initiatieven, maar zonder beperking van bestrijdingsmiddelen en een kleinschaliger aanpak van gedeelten van het landschap is het in feite dweilen met de kraan open. | |||||
01-03-2013 | Natuurbericht: Invloed wilde bestuivers groter dan gedacht | lees meer op Natuurbericht | |||
Wilde bestuivers leveren een grotere bijdrage aan de voedselproductie dan tot nu toe werd aangenomen. Dit kan worden opgemaakt uit de resultaten van een studie die deze week in het tijdschrift Science verschijnt. De onderzoekers ontdekten dat bestuiving door wilde insecten een positieve invloed heeft op het aantal vruchten of zaden per bloem, en dat deze invloed niet kan worden vervangen door tamme honingbijen. Opnieuw een pleidooi voor insectvriendelijke bermen als bron van meer biodiversiteit. | |||||
04-03-2013 | Bericht van de Vlinderstichting: Vlinderstand naar nieuw dieptepunt | lees bericht Vlinderstichting | |||
In 2012 is het aantal dagvlinders in Nederland opnieuw sterk afgenomen. Hiermee is de vlinderstand op het laagste niveau van de laatste tien jaar terechtgekomen. Sinds 1992 is deze afname ruim 60 procent. Vooral de zeldzame en bedreigde soorten gaan zeer sterk achteruit (80%). Maar ook de meer algemene vlinders verminderen sterk (40%). De belangrijkste oorzaak van deze achteruitgang is het verdwijnen en de versnippering van geschikt leefgebied. Download de brochure Vlinderstand 2013 via de link in de rechterkolom. |
|||||
04-03-2013 | Natuurmonumenten: Zorg voor boerennatuur kan en moet beter | verbetervisie natuurorganisaties | |||
De zorg voor natuur en landschap in het boerenland moet en kan beter. De beste resultaten worden bereikt als boeren, natuur- en landschapsorganisaties de handen ineen slaan en in grote gebieden hun werkzaamheden afstemmen op de planten en dieren die op hun land voorkomen. Dat stellen Natuurmonumenten, Vogelbescherming, de 12Landschappen en Landschapsbeheer Nederland in een gezamenlijke visie, getiteld ‘Naar een effectief agrarisch natuurbeheer’. Lees het hele stuk op de site van Natuurmonumenten.---> |
|||||
In de visie van het Natuurplatform zouden niet alleen natuurorganisaties en boerenorganisaties moeten samenwerken, maar zouden ook de gemeenten en waterschappen hierbij betrokken moeten worden, omdat ook zij een groot deel van het beheer van bermen en sloten voor hun rekening nemen. Al te vaak zijn het nu de gemeentes, die zonder kennis van zaken met hun beheer zorgen voor kaalslag en vernietiging. In onze directe omgeving pleiten we al heel lang voor een betere afstemming tussen al deze verschillende beherende instanties. | |||||
24-03-2013 | Agrarisch natuurbeheer is in zijn huidige vorm weinig effectief | lees het hele artikel op Natuurbericht | |||
Onderzoek van Alterra Wageningen bevestigt de noodzaak van het hierboven genoemde initiatief van Natuurmonumenten, Vogelbescherming, de 12Landschappen en Landschapsbeheer Nederland. Over de gehele linie blijken de positieve effecten van het agrarisch natuurbeheer minimaal. Instandhouding of aanleg van half-natuurlijke landschapselementen levert weliswaar aantrekkelijker landschappen op, maar leidt zelden tot een verbetering van de leefomgeving van de meest kwetsbare soorten van het boerenland. Effectief agrarisch natuurbeheer is uitsluitend mogelijk als dit instrument wordt ingezet in kerngebieden, waar nog hoge aantallen van de doelsoorten voorkomen, en waarin de abiotische randvoorwaarden (b.v. waterhuishouding, bemestingsgraad e.d.) geschikt gemaakt worden of al geschikt zijn. Ook is monitoring van de effecten een noodzakelijk onderdeel. Een onmisbare schakel in het hele proces is het aanstellen van een gebiedsregisseur die het contact onderhoudt tussen boeren, natuurbeheerders, onderzoekers en overheid. In feite is dit ook de aanpak waar de natuurorganisaties voor pleiten. | |||||
11-08-2013 | Resultaten landelijke tuinvlindertelling op 2, 3 en 4 augustus | resultaten tuinvlindertelling | |||
Afgelopen weekend organiseerde De Vlinderstichting voor de vijfde keer een landelijke tuinvlindertelling. En er werd veel geteld! Gaat het nu goed met de vlinders? In 2013 viel alles op zijn plek: een koel voorjaar zorgde voor voldoende eten voor de rupsen, en toen de vlinders wilden gaan vliegen werd het zomer en warm. Genieten voor iedereen die van vlinders houdt. De tuinvlindertelling laat zien dat dit een van de beste vlinderzomers is van deze eeuw. Maar twintig jaar geleden zou dit een heel gewone vlinderzomer geweest zijn. Vergeleken met toen gaat de vlinderstand achteruit en we zien steeds minder vlinders. Het goede nieuws is dat we deze zomer even terugveren naar wat we vroeger 'normale waarden' genoemd zouden hebben. Of dit de komende jaren zo blijft valt te bezien. De Vlinderstichting blijft werken aan de bescherming van vlinders in ons land. | |||||
13-11-2013 | Tijdelijke Natuur - Kansen voor vlinders en libellen | Wat is Tijdelijke Natuur? |
|||
Het gaat slecht met de vlinders in ons land, onder andere omdat het landschap steeds meer versnippert en er minder nectar voor de vlinders (en andere insecten) is. De Vlinderstichting legt zich hier niet bij neer, maar wil komen tot behoud en herstel van de vlinders in Nederland. Tijdelijke natuur – natuur die voor een beperkt aantal jaren ontwikkeld wordt op gronden die wachten op realisatie van bestemmingen zoals bedrijvigheid of wonen - kan hier een belangrijke rol in spelen en biedt kansen voor veel dieren en planten. De huidige wet- en regelgeving houdt echter de ontwikkeling van tijdelijke natuurgebieden tegen, evenals de heersende beleidscultuur. Inmiddels is er op diverse plaatsen Tijdelijke Natuur met succes gerealiseerd. |
praktijkvoorbeeld tijdelijke natuur | ||||
film tijdelijke natuur Haven Amsterdam | |||||
Dankzij de 'stapstenen' van natuur die ontstaan, kunnen veel soorten zich beter handhaven. Meestal is de doorlooptijd van een locatie met bestemming tijdelijke natuur lang genoeg om (door een natuurlijk proces) er voor te zorgen dat de nieuwkomers in de loop der tijd vanzelf weer verder trellen naar andere plekken. Door tijdelijke inrichtingsmaatregelen te treffen kan meer variatie en nectaraanbod worden gerealiseerd. De directeur van de Vlinderstichting: "Natuurlijk is het jammer dat het meestal geen blijvende natuur oplevert. Maar wanneer het gaat om terreinen die eigenlijk een andere bestemming hebben, maar daar nu nog niet voor ontwikkeld worden, kan tijdelijke natuur gezien worden als pure winst." |
brochure tijdelijke natuur |
||||
innovatienetwerk tijdelijke natuur | |||||
naar top van pagina |