Na de inbreng van de bewoners op de vorige voorlichtings-avond, werd deze keer een plan gepresenteerd, dat op een flink aantal onderdelen was aangepast om aan de wensen en suggesties van de bewoners tegemoet te komen.
Een compliment voor Staatsbosbeheer is op zijn plaats, voor de manier waarop er serieus is ingegaan op alle uiteenlopende gezichtspunten. (KAART VAN HET BALLOOËRVELD)
Verslag: Marianne van Albada
- Grote stille (kale) heide of een heidelandschap met doorkijkjes en bosjes?
- Op dit punt waren de meningen nog steeds enigszins verdeeld. Berno Strootman, van het landschapsarchitectenbureau was een duidelijk voorstander van het oude beeld van de grote stille heide. De meeste aanwezigen pleitten echter voor een niet al te rigoureuze kaalslag: niet alle defensiebosjes kappen, in ieder geval solitaire bomen laten staan en zeker niet de bomen langs de Visvliet (weg Loon - Gasteren) kappen. Weliswaar heeft de passerende auto-mobilist dan een mooi zicht op de heide, maar omgekeerd hebben de wandelaars een niet zo mooi uitzicht op het voorbij razende verkeer.
- Ook werd er een meer emotionele oproep gedaan, de bomen met rust te laten en niet te kappen. De mens kan het niet nalaten overal in te grijpen en de natuur heeft zelf geen stem.
- Met name de vogelkenners in het gezelschap pleitten er voor om niet al te veel opslag te verwijderen en dit bovendien gefaseerd te doen, omdat vogelsoorten als Grauwe Klauwier, Geelgors en Roodborsttapuit gebaat zijn bij opslag van berk en braam en enige verruiging.
- Ook vond men dat een heidelandschap met hier en daar een bosje spannender was dan een kale heidevlakte. Het Ballooërveld hoeft geen kopie van het Dwingelderveld te worden. Dit i.t.t. de visie van Strootman, die met dia's probeerde duidelijk te maken dat de nu bestaande open stukjes heide (van elkaar afgescheiden door bosjes) allemaal ongeveer dezelfde grootte en vorm hadden, wat in zijn visie juist saai was.
- Aanpassingen van het plan t.o.v. de vorige versie:
- Solitaire bomen en plukjes beplanting blijven staan. Op plekken waar het gentiaanblauwtje voorkomt, wordt gezorgd voor behoud van bosjes die voor luwte kunnen zorgen, waar de vlinder behoefte aan heeft.
- Aan de westkant zal heel wat bos gekapt worden, maar wel zodanig dat er geen lelijk zicht op Assen komt.
- Vanaf het fietspad dat daar loopt, zal men dan ook meer zicht op de heide krijgen.
- Alle bomen langs de Visvliet blijven staan, zodat het verkeer aan het oog onttrokken blijft. De oude parkeerplaats vervalt. Er komt een nieuwe, in de noord-oosthoek, omzoomd door bosjes en met een voetpad naar het bestaande pad aldaar.
- Historische elementen: extra benadrukken of ook iets aan de fantasie van de bezoeker overlaten?
- In vergelijking met de eerste versie, waren nu een aantal ingrepen, die geen instemming vanuit de zaal hadden gekregen, uit het plan verdwenen. Zo had men i.p.v. de aanvankelijk geplande baileybrug, nu een voorstel voor kleine bruggetjes van aan elkaar gelijmde houten balken, waarover fietsers en wandelaars konden oversteken. Maar ook dit voorstel werd met matig enthousiasme ontvangen. Men vond het geen echte toevoeging; je kunt ook gewoon door de gracht heen naar de overkant. Met bruggetjes krijgt het geheel het karakter van een speeltuin.
-
Over het geheel genomen bleef er in de plannen van Strootman nog steeds een duidelijke voorkeur aanwezig voor het benadrukken of zelfs versterken van de aanwezige historische elementen.
- Men wilde de voor de toekomstige vernatting benodigde schotten (die in de gracht geplaatst moeten worden om het water vast te houden), uitvoeren in cortenstaal, dat door zijn roestige ijzeren uitstraling zou verwijzen naar het defensie-verleden. Maar de zaal achtte die associatie met metaal en defensie niet nodig.
-
Verder zouden de bestaande wegen, die de tankgracht doorkruisten opnieuw uitgegraven worden, waarna op die plekken een brug van houten balken geplaatst zou worden.
- Vanuit de zaal werd geprotesteerd dat dit een klap in het gezicht betekent van de mensen die ooit met een geweer in de rug deze gracht hebben moeten graven. Ook anderen waren van mening dat de herinnnering aan de oorlog toch door het verhaal eromheen levendig gehouden moet worden, een verhaal dat je persoonlijk aan je kinderen vertelt. Dat het niet nodig is de oude contouren van de gracht weer te versterken door allerlei kunstgrepen. De nu door de tijd ontstane vervaging vertelt in feite meer, dan een volledige reconstructie van de oude toestand en drukt als het ware uit, dat ook nare herinneringen ooit verleden tijd zullen worden.
- Vergelijkbare bezwaren kwamen naar voren, waar het ging om het accentueren van de grafheuvels, door ze kaal te kappen. Strootman gebruikte een sneeuwdia, om te laten zien dat de in de bosjes verborgen grafheuvels alleen met elkaar in verband gebracht konden worden, wanneer ze met sneeuw bedekt waren en dan oplichtten als eenvormige rondingen. Voor hem was dit een argument om de bosjes te verwijderen, voor anderen een argument om te pleiten voor het laten staan van de bosjes. Immers het is veel spannender om opeens op een winterdag te ontdekken dat er meerdere grafheuvels zijn, die bij elkaar horen, dan alles voortdurend op een presenteerblaadje voorgeschoteld te krijgen. Een verrassingselement kan zelfs een belangrijke prikkel zijn om de interesse in het verleden wakker te roepen.
- Aanpassingen van het plan t.o.v. de vorige versie:
- Geen paal op de Galgenberg die de associatie geeft met een terechtstelling.
- Geen baileybrug over de tankgracht, die herinnert aan defensie.
-
Geen pad dat helemaal bovenlangs de tankgracht loopt.
- Ondanks deze aanpassingen, was er in de huidige versie van het plan nog een sterke voorkeur te bespeuren voor het accentueren van de historische elementen, door ze op de een of andere manier terug te brengen in hun oorspronkelijke staat, in plaats van ze te laten bestaan in de toestand waarin ze door de tand des tijds zijn gebracht. Een toestand, die volgens velen beter past in een natuurlandschap en meer de fantasie prikkelt dan een cleane museumversie.
|
DE INRICHTING VAN HET GEBIED IN GROTE LIJNEN:
- In de huidige toestand wordt het Ballooërveld begrensd door harde rechte lijnen, waar de heide overgaat in cultuurland of beekdal. Door de te realiseren vernatting, zal dit beeld veranderen. Er zullen in de lage stukken vochtige slenken ontstaan, die afwateren op de beekdalen en dit zal zorgen voor meer ronde lijnen in het landschap.
Het is de bedoeling dat de stukjes cultuurland die de overgang vormen tussen heide en beekdal, ook ontwikkeld worden tot natuurgebied. Bestaande sloten zullen worden dichtgegooid zodat het water minder snel wordt afgevoerd.
- Aan de oostzijde bestaan veel doorkijkjes in de vrij rechte houtwal. Deze doorkijkjes en de houtwal blijven bestaan. Bij de verschillende openingen zal een hek geplaatst worden met daarop de veldnaam van het gebied waarop men uitkijkt.
- Aan de westzijde is er geen houtwal, maar alleen opslag van bosjes. Het is de bedoeling hier het terrein af te plaggen en te verschralen om zo de heide ook naar de westkant (tot aan het bestaande fietspad) uit te breiden. Uit de zaal kwam hierop de vraag: "Waarom is het nodig hier ook weer af te plaggen? Er is al zoveel hei. Waarom laten jullie hier niet een andere biotoop?" Waarop de ecoloog van Staatsbosbeheer antwoordde dat de begroeiing hier niet interessant was (alleen witbol en pitrus).
- Voor zover er stukken met stuifzand zijn, zal men maatregelen nemen om die te behouden en/of iets uit te breiden.
- Er is veel struikhei, waarvan sommige stukken verouderd zijn of vergrast door verrijking en er is naar verhouding weinig natte hei. Het geheel vormt toch een goed mozaïek van heidesoorten. Voor het beheer van de heide is het nodig sommige stukken af te plaggen. Dit kan echter niet op de plekken met archeologische waarde.
- De zogenaamde Schatkamers (de vroegere jonge ontginningen) zullen worden ontdaan van bosopslag, zodat de oorspronkelijke houtwallen er omheen weer goed zichtbaar worden. Het plan om er boekweitveldjes van te maken is verlaten, omdat het praktisch niet uitvoerbaar is (mede door vraat van de schapen). Buiten de omringende houtwallen ligt de hei. Wanneer de opslag is weggekapt, resteert daarbinnen gras. Uit de zaal kwam de suggestie, de grond binnen de houtwallen niet ook te verschralen maar daar ruimte te geven aan een wat rijkere begroeiing met gras en bloemen, die ook mogelijkheden biedt voor vlinders.
- Een van de schatkamers (die van Jan Denen) zal worden ingericht als overnachtingsplaats voor de schaapskudde. Tot nu toe verblijft de kudde voornamelijk aan de zuidkant van het Ballooërveld. Een overnachtingsplek in deze schatkamer kan er voor zorgen dat de kudde ook meer het noordelijk gedeelte gaat begrazen.
- Voor het meest Noordelijke deel van het Ballooërveld (aan de overkant van de Visvliet), dient de kaart van 1900 als inspiratiebron. Men wil de eenheid tussen het noordelijk en zuidelijk gedeelte van de hei herstellen, door ook de grond aan de noordkant van de Vislvliet (het Koekoeksveld, nu nog landbouwgrond) op termijn weer aan de heide toe te voegen.
- In het meest noordelijke stuk, de Heest, heeft Staatsbosbeheer indertijd gekozen voor spontane natuurontwikkeling, en raakt het oude cultuurlandschap langzaam overwoekerd door nieuwe natuur. Er lopen grote grazers en de huidige beplanting is ontstaan in de laatste 15 jaar. De oorspronkelijke houtwallen zijn nog wel aanwezig en men wil deze lange lijnen, met name aan de oostrand behouden en zal een gedeelte van de houtwallen beschermen tegen vraat van het vee. Aan de zuid-oostkant wil men een deel van de nieuwe opslag weghalen om zo het zicht op de loop van het beekdal terug te krijgen.
- De totale inrichting en het daarbij behorende beheer zal er op gericht zijn zoveel mogelijk ecologisch waardevolle gradiënten (geleidelijke overgangen) te laten ontstaan. Van droge hei naar nat grasland, van voedselarm naar voedselrijk, van bos naar gras en hei e.d.
Wandelpaden
- In de eerste versie van het plan waren vrij veel wandelpaden geprojecteerd. Zowel vanuit de bewoners als vanuit Staatsbosbeheer werd de behoefte gevoeld de hoeveelheid paden te reduceren en in bepaalde stukken voledige rust te bewaren. De slangen die in het gebied voorkomen, houden bijvoorbeeld niet van onrust. Resultaat is een nieuw padenplan, waarbij enkele grote paden in noord-zuidrichting gehandhaaft blijven en er in een ruime cirkel langs de buitenrand van het veld een breed pad komt voor Staatsbosbeheer zelf (ten behoeve van onderhoud). Aan de westkant komt halverwege één dwarsverbinding, zodat de bewoners van Balloo een rondje over de heide kunnen wandelen. Verder komen er geen nieuwe oost-westverbindingen en in het centrale deel van het veld zal een groot aantal paden verdwijnen, zodat daar meer rust gecreërd wordt.
Overige aanpassingen:
- Het Nationaal beek-en eschdorpenlandschap zal in de buurt van de schaapskooi een nieuwe parkeerplaats realiseren.
- Het huidige pad van de schaapskudde richting heide is niet de oorspronkelijke schaapsdrift, maar zal wel als zodanig worden ingericht (met wallen en beplanting).
- Er werd nog een overzicht gegeven van de verschillende bijzondere vegetaties en biotopen die men hoopt te realiseren en die een kans moeten bieden aan het behouden c.q. terugkeren van bijzondere soorten of leefgemeenschappen. Zoals het gentiaanblauwtje (met klokjesgentiaan en knoopmier), de kommavlinder, de bruine vuurvlinder, het heideblauwtje, de heivlinder, de zandhagedis en de rugstreeppad (in ondiep water), en planten als Arnica en roze heikorst (een korstmos).
- Er zal een kaart met deelgebieden en bijbehorende beheersmaatregelen worden opgesteld om de gewenste situatie te bevorderen of in stand te houden.
- Uit de zaal kwam nog een vraag van verontruste liefhebbers van de mensport: "Is er straks nog wel mogelijkheid voor menwagentjes om het terrein in te komen? Ruiters kunnen nu overal, maar als er wildroosters en hekken komen, wordt het gebied voor menners ontoegankelijk." Van de kant van Staatsbosbeheer werd toegezegd dat ze zich over deze zaak zouden buigen en een oplossing zoeken voor het probleem dat een brede toegang ook (ongewenste) auto's kan aantrekken. |